Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet belastingen op milieugrondslag

 

Artikel 50
1
Met betrekking tot aardgas en elektriciteit wordt de belasting geheven ter zake van de levering via een aansluiting aan de verbruiker, alsmede ter zake van de levering van aardgas via een aansluiting aan een CNG-vulstation.
2
Indien de verbruiker, bedoeld in het eerste lid, via een aansluiting elektriciteit op het distributienet heeft ingevoed ter zake waarvan artikel 31c, tweede lid, dan wel artikel 95c, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 wordt toegepast, is het eerste lid van toepassing op het positieve saldo van de via de aansluiting geleverde elektriciteit minus de via de aansluiting ingevoede elektriciteit.
3
Indien een levering van aardgas of elektriciteit via een aansluiting wordt verricht aan een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het leveren van aardgas of elektriciteit dan wel aan een verbruiker die op zijn beurt het geleverde product geheel of gedeeltelijk via een aansluiting levert aan een verbruiker, wordt eerstgenoemde levering niet aangemerkt als een levering als bedoeld in het eerste lid.
4
Als een levering als bedoeld in het eerste lid wordt mede aangemerkt het verbruik van aardgas en elektriciteit, indien:
a
deze producten op andere wijze zijn verkregen dan door een levering als bedoeld in het eerste lid;
b
deze producten zijn verkregen door tussenkomst van een gasbeurs of een elektriciteitsbeurs;
c
het verbruik betreft door degene die leveringen via een aansluiting aan de verbruiker verricht.
5
Het vierde lid is niet van toepassing met betrekking tot de verbruiker die:
a
elektriciteit heeft opgewekt door middel van hernieuwbare energiebronnen, met uitzondering van elektriciteit uit biomassa die niet als zuivere biomassa wordt aangemerkt;
b
elektriciteit heeft opgewekt door middel van een noodinstallatie in geval van storingen bij de levering via het distributienet;
c
stortgas, rioolwaterzuiveringsgas of biogas heeft gewonnen;
d
elektriciteit heeft opgewekt door middel van een installatie voor warmtekrachtkoppeling.
6
Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •